Een Leonberger is een evenwichtige, vriendelijke, zachtaardige, tolerante en trouwe kameraad. Een Leonberger is een fijne gezinshond, die zonder problemen overal mee naartoe genomen kan worden. Hij is graag in de nabijheid van zijn mensen in en rond het huis en heeft niet snel de neiging om weg te lopen en er alleen op uit te trekken. Hij is aanhankelijk en geniet van genegenheid en blinkt uit door zijn uitgesproken kindvriendelijkheid. Hij gaat zacht om met kinderen en andere dieren. Hij is niet schuw of agressief. Over het algemeen is een Leonberger leergierig, gemakkelijk op te voeden, opgewekt, speels en kan wat minzaam dwars zijn. Als gezelschapshond is hij een prettige, volgzame en onbevreesde kameraad onder alle omstandigheden. Een Leonberger is trouw aan zijn baas en bewaakt huis en haard op een indrukwekkende, maar rustige en gepaste wijze. Zijn forse voorkomen en zelfverzekerde houding en blik zijn voldoende om ongewenste bezoekers af te schrikken. Blaffen doet hij met mate en slechts indien nodig.
De Leonberger is een zeer grote, krachtig en harmonieus gebouwde, gespierde hond met een elegante uitstraling. Zijn goudgele tot roodbruine vacht is matig zacht tot grof, vlak liggend, recht of iets golvend. Hij heeft manen aan borst en hals en altijd een zwart masker. Reuen hebben een gemiddelde schofthoogte van 76 cm (72-80 cm). Teven hebben een
gemiddelde schofthoogte van 70 cm (65-75 cm).
Er gaan meerdere verhalen over de oorsprong van de Leonberger. Maar in het algemeen wordt aangenomen dat de Leonberger van oorsprong uit de Duitse stad Leonberg komt. Halverwege de negentiende eeuw was Henrich Essig op zoek naar een hond die leek op de leeuw in het stadswapen. Hij kruiste de Sint-Bernhard, Newfoundlander en Pyrenese berghond met elkaar. In 1857 werd de eerste Leonberger geboren. Het duurde vrij lang voordat de Leonberger werd erkend als zelfstandig ras. Voor de hond bestond in de vorige eeuw veel belangstelling, maar de wereldoorlogen hebben bijna het einde van het ras betekend. Een handvol liefhebbers hebben zich ingezet om het ras te redden. In 1962 gingen de zusters José van de Pas en Metha Stramer naar Duitsland en kwamen terug met een reu en twee teven uit Schwabische dorpjes in de onmiddellijke omgeving van Leonberg. Deze drie Leonbergers werden ingeschreven in het Nederlandse Hondenstamboek. In 1963 werd het eerste nest bij de Raad van Beheer aangemeld. De eerste inschrijving van een Leonberger in het Nederlandse Hondenstamboek dateert van 6 juni 1900. Dit was Hector Barry v, Muhlenbach x Diana Weijers. De fokker was A. Ras. Op dit moment heeft Nederland een populatie van ongeveer 1.600 Leonbergers.
- Een consequente behandeling en opvoeding. Geen africhting, maar vorming van het karakter . Dit kan door het volgen van een
gehoorzaamheidscursus.
- Aandacht, gezelschap en zorg. Hij verlangt ernaar en zal er regelmatig om vragen.
- Er samen op uit te trekken, weer of geen weer. Hij heeft regelmatige lichaamsbeweging nodig.
- Breng hem in contact met andere honden. Door "honds" te communiceren vervreemd hij niet van zijn soortgenoten. Met name in
de opgroeiperiode is dit van groot belang binnen het socialisatieproces . Ook hier heeft een gehoorzaamheidscursus een
uitstekende functie.
- Acceptatie dat er in de woonkamer af en toe wat zand of een vlok haar ligt.
- Hele dagen opgesloten zitten , omdat de baasjes moeten werken.
- Langdurig opgesloten zitten in een hok of kennel.
- Te weinig beweging.